Verhalen Categorie
homo 11.397
biseks 1.063
hetero 106
Verhalen Selectie
. ongelezen alle login!
alle alle 12.566
. #buiten 1.915
. #comingout 404
. #cruising 3.883
. #date 2.161
. #eerstekeer 2.231
. #familie 593
. #fetish 1.040
. #groep 2.154
. #jonger&ouder 2.429
. #massage 184
. #sm 665
. #sport 638
. #niet erotisch 83

series/reeksen
. korte verhalen 1.283


Luc deel 4/7


Geplaatst door: Geil-gozertje



Deze foto's komen uit de fotoserie Young_With_Older5 onder XXX - klik op de foto voor meer geile foto's!


Ik stond op de trappers van mijn fiets. Tegenwind. Het was een paar weken na ons romantisch weekend met zijn tweeën. De vakantie was bijna voorbij, de volgende week begon de school weer. Het weer was al een paar dagen slecht. Maar vooruit, het was droog, dus ik mocht niet klagen. Ik was op weg naar Luc, we hadden afgesproken om bij hem thuis een film te gaan kijken. Hij lachte toen ik binnenkwam, ik had een rood gezicht van de wind onderweg. "Lekker weer he?" " Ik ben allang blij dat het even droog is" zuchtte ik. Ik kreeg een kus op mijn koude wang. Hij schonk twee glazen vol en we gingen onderuit in de bank zitten. Zak chips erbij, de afstandbediening naast Luc op de bank. Hij startte de film. Zijn broer had die gehuurd, en zei dat hij erg grappig was. Na een half uur kwamen wij er achter dat we het erg vonden tegenvallen. We zaten wat te praten terwijl we zaten te kijken. Opeens klonk hij erg serieus. "Mijn ouders beginnen steeds meer opmerkingen te maken over ons". Ik keek hem vragend aan. "Hoe bedoel je?" "Het valt ze op dat we wel heel erg veel met elkaar optrekken tegenwoordig". "Zouden ze iets vermoeden?" "Weet ik veel, ik krijg het er in ieder geval flink benauwd van". Ik moest toegeven dat ik er ook niet blij mee was. Luc en ik hadden het heel erg goed met elkaar, maar ik had er nog niet over nagedacht hoe we het onze ouders zouden vertellen. "Wat wou je er aan doen?" vroeg ik. Hij keek me aan. "Ik weet het niet". Het bleef even stil. "Vroeg of laat moeten we het toch gaan vertellen" zei ik. "Dat zie ik nog niet zitten, Maarten".

"Dat kunnen we misschien nog niet zien zitten, maar als ze van alles beginnen te vermoeden, dan zit er niet veel anders op". Hij zuchtte en staarde voor zich uit. "Hee." zei ik en streelde Luc door zijn haar, "ik zie er ook tegen op, maar wat moeten we anders?" "Misschien elkaar wat minder vaak zien?" Daar schrok ik van. "Dat kun je niet menen, Luc". "Waarom niet? Het zorgt ervoor dat het minder opvalt." "Denk na, man. Er zijn al zoveel plaatsen waar we niet teveel bij elkaar kunnen zijn. Straks op school moeten we ook weer toneel gaan spelen. Thuis kunnen we tenminste gewoon bij elkaar zijn en elkaar aanraken". Ik legde mijn hand op zijn been. "Als ze niet kijken, ja" zei hij kortaf. "Ja, maar wat wil je dan? Thuis elkaar ook maar wat minder zien? Zijn we nog minder bij elkaar". Hij haalde zijn schouders op. "Nee, vertellen, dat zien we zitten". "Als het niet anders kan, dan moet dat maar". Ik begon een beetje kwaad te worden. Dit kon hij toch niet menen. Ik zag het helemaal niet zitten om elkaar minder te gaan zien, omdat onze ouders er misschien iets van konden gaan denken. "Dat zie ik nog niet zitten, Maarten". "Waarom eigenlijk niet?" "Gewoon, daar wil ik nog even mee wachten". Ik zuchtte. Hij stond op en liep met de glazen naar de keuken. Ik zat voor me uit te staren toen hij met gevulde glazen terug kwam. "Ben je kwaad?" "Weet ik niet" zei ik kort. "Doe normaal". "Nee, doe zelf normaal". "Denk nou eens na, Maarten. Het kan toch nog even niet anders?" Ik begon eigenlijk het voordeel er wel van in te zien. Waarom zouden we het niet vertellen? "Waarom niet?" vroeg ik. "Wou jij het gaan vertellen dan?" "Als het moet wel, Luc". "Vergeet het, nu nog niet". "Wanneer dan wel?" "Weet ik veel. Gewoon nu nog niet".

"Denk nou eens na, Luc. Onze vrienden weten het al een tijdje, waarom niet een stapje verder?" "Vergeet het". We waren even stil en staarden naar de aftiteling van de film. De sfeer was ver beneden nulpunt. "Ik hou van je Luc, en ik wil eigenlijk dat ik het overal hardop kan zeggen. Dat dat niet kan, dat snap ik ook nog wel, maar onze ouders kunnen we toch wel vertrouwen?" Hij haalde zijn schouders weer op. Erg makkelijk. Het was ondertussen tijd om naar huis te gaan. Ik stond op en pakte mijn jas. Luc liep met me mee naar de schuur. Ik pakte mijn fiets en wilde weg. "Maarten.." Ik keek hem aan. "Snap het nou ook een beetje van mij, Maarten. Doe nou even niet zo eigenwijs". Ik haalde mijn schouders op. Ik gaf hem een kus. "Ik heb gewoon geen zin om elkaar te gaan ontwijken omdat misschien onze ouders er wat van gaan denken. Dan denken ze dat maar. Het klopt toch ook? Is misschien wel de makkelijkste manier. Hoeven we niets te vertellen. Stelen zij de vragen en hoeven wij alleen nog maar 'ja' te zeggen. Makkelijker kan niet". "Denk er nog even over na, over wat ik gezegd heb, Maarten". "Als jij dat ook doet". Hij gaf me nog een kus. "Als ik het thuis gewoon vertel, zul je wel moeten. Die gaan elkaar bellen, dat weet ik zeker". "Dat laat je!" Nu was hij ook kwaad. Terecht natuurlijk, het was ook een lullig idee. Ik zei niets meer, gaf hem snel een kus op zijn wang en ik fietste weg. Kwaad. Stampend op mijn pedalen, ondanks de wind in mijn rug. Mijn moeder zag aan mijn gezicht dat er iets was, maar zag ook dat ze even niets moest vragen. Ik ging vroeg naar bed, maar kon niet slapen. Het maalde de hele nacht door mijn kop. Hij had ook wel gelijk, ik werd ook zenuwachtig van het idee om het te gaan vertellen.

Maar het moet toch een keer, en als ze zich al van alles gaan afvragen dan was dat toch een mooie aanleiding? Ik kon niet wennen aan het idee dat we elkaar minder zouden gaan zien. Straks als de school weer begon zou dat toch al minder worden. Ik had er eerlijk gezegd wel een goed gevoel bij, zo erg kon het toch niet zijn? Ze zouden het vast wel begrijpen. Ik moet ergens die nacht toch in slaap gevallen zijn. Ik werd wakker gemaakt door mijn moeder. "Kom je vandaag je bed nog eens uit?" vroeg ze toen ze mijn kamer op liep. Ik kreunde wat. "Is er iets?" Je kon aan haar stem horen dat ze wist dat er iets was, maar niet wist hoe ze er over moest beginnen. "Nee hoor". Dat klonk niet overtuigend, maar ze liet het maar rusten. Ze liep mijn kamer weer uit en ik ging naar de douche. Ik liet het warme water over me heen stromen en dacht aan het weekend dat we hier samen onder stonden. Ik miste hem. Straks maar eens bellen. Hij zou wel nagedacht hebben. Ik vertrouwde er op dat hij wel bij zou draaien. Ik ging naar beneden en maakte een ontbijtje klaar, al was het ondertussen al middag. Ik pakte de telefoon en drukte zijn nummer in de toetsen. Hij nam zelf op. "Met Maarten," zei ik, "hoe is het?" "Gaat wel. Jij?" "Heb je zin om hier heen te komen?" vroeg ik. "Heb je er nog over nagedacht?" "Ja. Jij?" "Ik ook". "En?" vroeg ik nieuwsgierig. "Ik denk er nog hetzelfde over". "Ik ook" reageerde ik meteen. "Ik denk niet dat ik vandaag naar jou toe kom, Maarten. Ik wil het echt even rustig aan doen". Ik zakte half door de grond. "Luc, kom op. Doe niet zo flauw". "Dat doe ik niet." "Dus dit wil je echt volhouden?" "Voorlopig wel, ja. Ik zie je overmorgen wel weer". "Ja, dat moet dan maar" zei ik kort en hing op. "Ik ben een eindje fietsen" zei ik tegen mijn moeder die ik in de keuken tegenkwam. Ik pakte mijn jas en ging naar buiten. Het waaide nog steeds hard. Ik fietste richting het bos. Ik kwam langs ons grasveldje en het was volgens mij de eerste keer dat ik daar gewoon doorfietste. Ik was kwaad, teleurgesteld. Verdrietig ook. Er liepen wat tranen langs mijn wangen en ik maakte mezelf wijs dat het door de wind kwam. Hoe lang ik gefietst heb weet ik niet meer. Ik trapte maar door.

Op weg naar huis begon het te regenen. Ook dat nog. Ik trapte wat harder en wilde naar huis. Waarom deed hij nou ook zo moeilijk? We hadden het toch goed samen? We konden het allebei goed vinden met onze ouders. Die zouden vast niet moeilijk doen. Ja, oke, ze zouden er van opkijken, en het misschien jammer vinden dat we niet met een meisje naar huis kwamen, maar het klikte toch goed? Ik kon het goed vinden met zijn ouders, hij met die van mij, we kwamen geregeld bij elkaar thuis. Straks begon de school weer, en dan zouden we elkaar toch minder zien. Waarom dan niet deze laatste vakantieweek nog even er vol van genieten? Ik wou gewoon bij hem zijn. Het ging steeds harder regenen. De wind maakte het alleen maar erger, ik zag bijna geen hand voor ogen. Doortrappen nu, ik was bijna thuis. Niet dat het veel uitmaakte, ik was toch al doorweekt. "Zul je zien" dacht ik bij mezelf "als ik thuiskom zegt mijn moeder dat Luc nog heeft gebeld". Dat zorgde ervoor dat ik steeds harder ging fietsen. Het hoosde nu echt, het water liep in mijn ogen. Hij had gewoon gebeld, let maar op, hij miste mij ook. Ineens een hoop lawaai rechts naast me. Ik voelde een klap. Ik zweefde, letterlijk. En toen was het donker. Tegen de tijd dat ik mijn ogen weer opendeed lag ik op bed. En niet mijn bed thuis. "Hee, ben je er weer?" hoorde ik een stem vragen. "Hoe voel je je?" Ik kon even niets zeggen. Beroerd, zo voelde ik me. "Weet je wat er gebeurd is?" Ik kon me nog de klap herinneren, maar daarna wist ik het niet meer. "Een beetje" mompelde ik. "Je hebt een ongeluk gehad, jongen. Je ligt nu in het ziekenhuis. Jouw ouders zijn al hier, die komen zo." Ik keek rond met mijn ogen en zag een verpleegster naar me kijken. Ze glimlachte naar me. "We gaan zo nog even wat foto's maken, doe maar rustig aan". Ik was een beetje in paniek, en dat had ze aan me gemerkt. "Volgens de dokter valt het allemaal nog reuze mee. Je hebt een flinke smak gemaakt." Een arts kwam binnen en begon allemaal vragen te stellen. Of ik wist wat er gebeurd was, hoe ik heette, wanneer ik geboren was, waar ik woonde. Dat wist ik allemaal wel, maar wat er nou precies gebeurd was? Ik had echt geen idee.

Ik kon me alleen nog maar die dreun herinneren. De arts stelde me gerust. Dat was ook helemaal niet erg. Zoiets kwam heel vaak voor, daar hoefde ik me geen zorgen om te maken. "Kom" zei hij "dan gaan we foto's maken. Ik wil even zeker weten of je niets gebroken hebt". Die foto's, dat was nog snel gebeurd. Alleen dat gedoe met dat bed en die foto's deed wel zeer. Mijn hele lichaam deed zeer. Ik werd weer teruggereden met bed en al, naar de kamer waar ik net ook was. "Ik zal jouw ouders eens gaan halen" zei de verpleegster. Ze liep de kamer uit en daar lag ik dan. Ik was misselijk, en alles deed zeer. De deur ging weer open en mijn moeder kwam als eerste binnen, mijn vader er meteen achteraan. Ze kwam naast het bed staan en gaf me voorzichtig een kus op mijn voorhoofd. "Gaat het, jongen?" vroeg ze. Ze had rode ogen. Ik haalde mijn schouders op. Au! Dat deed zeer. Ik werd elke minuut stijver. Mijn vader stond met een bleek gezicht achter haar en knipoogde naar me. Hij gaf me een geforceerd glimlachje. "Ik weet het niet" zei ik zachtjes "ik hoorde lawaai en een klap, maar meer weet ik niet meer". "De politie vertelde dat je aangereden bent door een auto. Die reed niet echt hard, maar het was ook zo'n slecht weer". Ze keek me bezorgd aan. De deur ging weer open en de arts kwam weer binnen met een grote envelop. Hij gaf mijn ouders een hand en ging zitten.

"Het valt allemaal gelukkig mee. Je hebt niets gebroken, maar je hebt een paar flinke schaafwonden, wat kneuzingen en een forse hersenschudding. Ik vind het vervelend om te moeten zeggen, maar we houden je wel eventjes hier." De ogen van mijn moeder werden weer vochtig, ze staarde naar de grond en keek daarna naar mij. De arts legde een hand op haar schouder. "Hij komt er weer helemaal bovenop, maar we willen hem even in de gaten houden voor de zekerheid". Ze knikte. "Ik snap het" zei ze. "De verpleegster komt zo weer terug" zei de arts en stond op. "Ik zie U morgen weer". Hij gaf mijn ouders een hand. Hij gaf mij een hand en keek me aan. "Jou zie ik straks nog wel, Maarten, doe maar even rustig aan". Hij glimlachte. Hij vertrok en mijn moeder kwam weer bij mijn bed zitten. "Het komt allemaal weer goed, jongen" zei ze. Ze had zich weer aardig hersteld, en probeerde mij op mijn gemak te stellen. Ik probeerde een glimlach. Ik wist ook niet wat ik moest denken. Ik was als verdoofd. Mijn vader aaide een keer door mijn haar. De verpleegster kwam weer binnen en lachte naar me. "Kom, Maarten, ik ga je naar je kamer brengen. Gaat U mee?" Ze keek mijn ouders aan. Die knikten en we gingen door een aantal gangen, met de lift naar boven en weer een gang in. Ik kreeg een kamer voor mijzelf alleen.

"Dan kan hij even op zijn gemak bijkomen van alles" zei ze tegen mijn ouders. "Wat is er nou precies gebeurd, mam?" vroeg ik toen we alleen waren. "Ik weet het ook niet precies, jongen. Er kwam een politieagent aan de deur en die vertelde dat je in het ziekenhuis lag. Je moet een auto van rechts niet gezien hebben door de regen, en die man van die auto jou ook niet." Ik keek een beetje dwaas voor me uit. "Ik kan het me echt niet meer herinneren, mam". "Geeft toch ook niet jongen" zei mijn vader "zoiets is in een seconde gebeurd". De verpleegster kwam weer binnen. "Het is bijna etenstijd, wil je misschien iets eten?" Ik moest er niet aan denken. Ik was zo misselijk als het maar zijn kon. "Nee, ik wil even niets". "Kijk maar, we hebben hier altijd nog wat beschuit staan voor als je later nog wat wilt eten. Je roept maar." Ze keek even naar mijn ouders. "Gaat U ook even iets eten, dat gaat gewoon door, hoor. Komt U straks gewoon weer terug." Mijn ouders keken elkaar even aan. "Dan gaan we maar even, Maarten. Komen we straks weer terug". Ik knikte. "Tot straks, jongen" zei mijn vader en pakte even mijn arm vast. "Tot straks" fluisterde ik. Mijn moeder gaf me nog een kus. Toen ze bij de deur stond riep ik haar. "Mam?" Mijn ogen schoten vol. Ze draaide zich om en keek me aan. "Wat is er?" "Wil jij Luc voor mij bellen?" Ze glimlachte en knikte. "Tuurlijk jongen, doe ik". Toen begon ik te janken. Ik lag alleen in die kamer en de tranen liepen over mijn wangen. Mijn moeder was even terug naar mijn bed gelopen en had me een kus gegeven. Ze had mijn hand vastgepakt en geprobeerd me gerust te stellen. "Alles komt goed, Maarten, rustig maar" had ze gezegd. Ik hoopte het maar. Ik miste Luc nu vreselijk, ik had hem nu hier echt nodig. Ik wilde hem zien. Sorry zeggen. "Niet vergeten, he mam" had ik nog een keer gezegd. Ik had daarna nog harder gehuild. Ze had me een glimlach gegeven. "Natuurlijk niet" had ze gezegd "dat doe ik straks als eerste". Toen was ze weer gegaan, en dat maakte dat ik me nu helemaal verlaten voelde, dat ik Luc nog meer miste. De verpleegster kwam weer binnen. "Hee, jongen, wat is er? Alles komt toch weer goed?" Ik wist niets te zeggen. "Wil je wat drinken? Beetje thee?" Ik knikte. "Ben ik zo weer terug". Ze kwam binnen een paar minuten weer mijn kamer in, met een beker. "Hier, heb je een rietje, blijf maar even liggen". Ik dronk wat en daar kwam ik een beetje van bij. "Ben je zo geschrokken vandaag?" Ze streelde even over mijn hoofd. Ik haalde mijn schouders op. "Ik weet het niet".

"Maak je maar geen zorgen, we gaan hier goed voor je zorgen, als er iets is dan druk je maar op deze knop. Dan komen we vanzelf". Ze legde haar hand even kort op mijn schouder en vertrok weer. Raar idee, ik was in een gebouw waar ik me niet van kon herinneren dat ik er binnen gekomen ben. Ik had eigenlijk ook bijna niets van de gang gezien waar deze kamer is, ik lag toen een beetje naar het plafond te staren. Wat was hier nu naast me, achter de muur? Nog een kamer? Douches? WC's? Trappen? De lift? Ik had werkelijk geen idee. Ik keek naar buiten en zag niet veel. Ik lag volgens mij op een hoge etage. Zou Luc het nu weten? Wat zou hij nu denken? Ik voelde weer tranen over mijn wangen lopen. Ik deed mijn ogen dicht en viel in slaap. Ik was moe. Ik werd wakker en deed mijn ogen open toen de deur weer open ging. Luc! Hij was alleen en keek niet echt vrolijk. Er liep weer een traan over mijn wang. Hij zei niets en zijn ogen begonnen wat rood te worden. Hij kuste me op mijn voorhoofd. "Hoe is het?" vroeg hij. "Gaat wel" zei ik. "Ik schrok me kapot toen jouw moeder me belde". "Ik ben blij dat je hier bent, Luc". Zijn gezicht vrolijkte al een beetje op. "Je moet ook niet proberen om een auto omver te rijden" lachte hij voorzichtig. Ik glimlachte. Hij keek even om naar de deur. "Jouw ouders kwamen een verpleegster tegen op de gang, daar staan ze nu even mee te praten". Hij gaf me nog snel een kus. "Sorry, Maarten, voor dat gedoe van gisteren en vandaag". Ik raakte zijn hand aan met mijn vingers. "Ik ook, Luc, ik had niet zo door moeten zeuren". De deur ging open en mijn ouders kwamen binnen. Mijn moeder had een tas bij zich met wat spullen voor me. Ik lag nog steeds in een of andere rare ziekenhuisjurk, waar mijn kleren waren gebleven wist ik niet. Mijn ouders waren weer wat rustiger. De eerste schrik was er vanaf gelukkig. Ikzelf was ook een stuk rustiger, zeker nu Luc er was. Ik was blij dat hij naast mijn bed zat.

Mijn hand lag nog steeds dicht naast die van hem. We praatten vooral over het ongeluk van die dag. De man die tegen mij aangereden was had nog naar mijn ouders gebeld. Hij was natuurlijk ook erg geschrokken en was blij dat het allemaal wel goed zou komen met mij. Het bezoekuur was sneller voorbij dan ik zou willen. Mijn ouders stonden op. "Wij lopen nog even naar de balie van de afdeling, om jouw kleren van vanmiddag op te halen. We komen straks nog wel even binnen". Ik knikte. Nog even alleen met Luc. Gelukkig. Hij pakte meteen mijn hand en gaf me een kus toen ze weg waren. "Sorry, Maarten". "Geeft niet, Luc, we zien wel hoe het loopt". "Misschien heb je wel gelijk". "Niet over hebben nu" zei ik en kneep in zijn hand. "Ik hou van je, Luc". Hij kuste me weer. "Ik ook van jou". Nog een kus. Meteen daarna ging de deur open. Mijn ouders. Ze namen afscheid en gingen alledrie weer weg. Luc ging als laatste de kamer uit. Bij de deur draaide hij om keek me nog even aan. Hij glimlachte en gaf me een knipoog. Ik voelde me al weer een stuk beter. De arts kwam binnen. "Dag Maarten" zei hij "Gaat het weer een beetje?" "Ja, hoor" zei ik zacht. "Nog steeds zo misselijk?" "Nee, het gaat nu wel weer." "Het zullen denk ik de zenuwen geweest zijn, heb je jezelf een beetje te veel druk gemaakt in je hoofd". Daar kon hij wel eens gelijk in hebben.

Hij stelde nog allerlei vragen over hoe ik me voelde, en of ik nog ergens pijn had. Dat viel eigenlijk reuze mee, ik voelde me alleen zo stijf als een plank. Hij lachte. "Je bent ook flink door elkaar geschud vanmiddag, dat vind ik niet gek. Probeer maar lekker te slapen vannacht, en dan kijken we morgen weer verder." Hij gaf me een hand en vertrok weer. Een paar minuten later kwam de verpleegster weer binnen. "Lust je nu wel wat te eten?" Ik knikte. Ze lachte. "Ik zal een paar beschuitjes maken voor je". Die smaakten goed. Ik knapte er in ieder geval wat van op. Ik lag nog wat TV te kijken toen ineens de telefoon ging op het tafeltje naast mijn bed. Ik nam op en zei verbaasd "Met Maarten?" "Hoi, met Luc". Hij lachte. "Hoe kom je aan mijn nummer?" vroeg ik. Hij lachte weer. "Dat staat op het toestel, suffie. Had ik net gezien toen ik bij jou was. Ik zit nu even alleen en ik wilde even welterusten zeggen". Ik gniffelde. "Je bent lief" zei ik. Het klonk misschien wat zeikerig, maar ik meende het wel. Het was ook een mooie verrassing. Hij lachte. "Had je niet verwacht he?" "Nee, wist ik veel". "Gaat alles nog goed met je?" vroeg hij. "Het gaat steeds beter" zei ik "ik heb net nog wat gegeten en lig nu TV te kijken". "Ik moet zo weer hangen, Maarten. Ik hou van je". "Ik van jou, Luc, ik mis je hier". "Ik kom morgen weer langs" zei hij. "Ik kijk er naar uit". "Kus!" Ik lachte. "Kus" zei ik terug, en hij hing op.

Bij dat laatste woord kwam de verpleegster weer binnen. Ik kreeg een rood hoofd als een boei. Ze keek me lachend aan. "Vriendinnetje?" vroeg ze. Ik glimlachte terug. "Je hoeft het niet te vertellen, hoor. Was het lekker?" Ze wees naar het lege bord toen ze dat zei. "Ja hoor" zei ik "ik had eigenlijk meer honger dan ik dacht". "Da's mooi" zei ze "en een goed teken". Ze nam het lege bord weer mee en wenste me een welterusten toen ze naar buiten ging. Ik deed de TV uit met de afstandsbediening en draaide een keer in mijn bed. Dat deed zeer. Ik voelde ieder gewricht in mijn lijf. Terug op mijn rug dan maar, dat ging nog het beste. Voor ik er erg in had viel ik in slaap. De volgende ochtend was ik al vroeg wakker. Vroeg wakker gemaakt, eigenlijk. Wassen, ontbijt en een hoop gedoe. Ik wilde eigenlijk nog wat slapen, maar dat kwam er niet meer van. Echt goed voelde ik me ook niet. De arts kwam ook nog even langslopen en zag dat ik wat koorts had gekregen. "Ik laat je zo niet gaan, jongen, we bekijken het nog even wat langer" zei hij. Dat viel tegen. Ik had eigenlijk gehoopt die dag gewoon naar huis te kunnen gaan. Ik baalde stevig. De telefoon ging weer. Ik nam op. Luc. "Hee" zei hij "hoe is het?" "Slecht" mompelde ik. "Hoezo?" Luc klonk bezorgd. "Ik voel me misselijk, en ik heb koorts. Ik mag zo nog niet naar huis". "Ik kom vanmiddag weer naar je toe" zei hij. "Da's fijn" zei ik zachtjes "ik mis je". "Alles komt goed, Maarten". "Kus" zei ik. Het was even stil. Ik hoorde iemand de kamer inkomen bij hem thuis. "Van hetzelfde" zei hij gniffelend "en beterschap van mijn moeder". Ik glimlachte. "Tot vanmiddag, Luc". "Tot straks Maarten, ik kom weer met jouw ouders mee". We hingen weer op. Het vrolijkte me wel op, dat hij weer zou komen. Er kwam een andere verpleegster binnen lopen. "Wil je zo iets eten?" vroeg ze. Ik knikte.

Ik had toch wel zin in iets. "Kom ik het zo brengen. Gaat nog niet zo goed he?" "Nee, nou heb ik ineens weer koorts" mopperde ik. Ze glimlachte. "Komt vaak voor hoor, maak je geen zorgen. Zoiets gaat meestal vrij snel weer weg". Ze verliet de kamer en kwam terug met een bordje met broodjes. "Als je meer wilt, dan roep je maar". "Dank je wel" zei ik en ging wat eten. Het smaakte ook niet. Ik at niet alles op. "Goh" zei ze toen ze het bord op kwam halen "niet alles opgegeten? Smaakte het toch niet zo?" Ik schudde mijn hoofd. "Probeer maar wat te slapen" zei ze en legde de deken verder over me heen. Ik deed mijn ogen dicht. Ik had niet lang geslapen toen ik ineens wakker werd. Dit voelde niet goed. Ik kon nog net op tijd een metalen schaal pakken die op een stoel naast mijn bed stond. Alles wat ik gegeten had kwam eruit. Ik drukte op het knopje en de verpleegster was er snel.



"Hee jongen, gaat het een beetje?" "Nee" zei ik kort. "Slokje water hebben?" vroeg ze en pakte een glas. Ze kwam op de rand van het bed zitten en liet me wat drinken. Ze streek een keer door mijn haren en over mijn voorhoofd. "Je bent goed warm" zei ze "probeer nog maar even wat te rusten".

Ze nam de schaal mee en kwam een nieuwe brengen. "Gaat het weer een beetje?" Ik haalde mijn schouders op. Ze legde de dekens weer wat recht en klopte een keer op mijn schouder. "Doe je ogen nog maar even dicht, over een uur komt het bezoek alweer". Ik deed ze dicht en sliep half. Over een uur kwam Luc weer. Ik hoorde Luc met mijn ouders praten op de gang vlak voordat ze binnenkwamen. Ik kreeg een kus van mijn moeder en mijn vader aaide een keer door mijn haar. Ik zei niet zo veel, ik was moe. "je krijgt de groeten van Esther" zei Luc "en Maarten, Marieke en Erik". Ik glimlachte. "Heb je die gebeld?" vroeg ik. Hij knikte. "Vanmorgen, ze wensen je beterschap". Hij haalde een kaart uit de binnenzak van zijn jas en gaf die aan mij. "Heeft Esther vanmorgen geregeld" lachte hij. Mijn ouders gingen even op zoek naar de arts, ze maakten zich toch wel wat zorgen om mijn toestand. Luc pakte mijn hand toen ze weg waren en boog zich voorover. Hij kuste me op mijn voorhoofd. "Je gloeit" zei hij. Ik glimlachte naar hem. "Ik ben ook goed beroerd" zei ik. Ik kneep in zijn hand en streek met mijn vinger langs die van hem.

Hij kneep een keer terug en kuste me nog een keer. Zijn lippen waren fris, de mijne gloeiend heet. Zijn hand gleed onder de dekens en streelde mijn buik. Hij keek me diep in mijn ogen en glimlachte. "Ik wil naar huis" zuchtte ik. "Je moet snel beter worden" lachte hij. De deur ging weer open en mijn ouders kwamen binnen. Ze kwamen aan het bed zitten en Luc trok zo onopvallend mogelijk zijn hand weer terug. "Hij zei dat het snel over zou gaan" begon mijn moeder "je hebt een tijdje op die koude grond gelegen en je was al kletsnat. Jouw kleren zien er niet uit, gaten er in. Die kunnen we net zo goed weggooien." Ze streek over mijn haren. "Als je morgen geen koorts hebt, mag je naar huis". Ik zuchtte een keer. "Komt wel goed, jongen" zei mijn vader. "Ik heb vanmorgen jouw fiets opgehaald bij het politiebureau, die is helemaal krom". Ik keek wat voor me uit. "Ik heb geen idee hoe hard het gegaan is" mompelde ik. Ik deed mijn ogen dicht. Ik was moe. Mijn ouders stonden op en gaven me een kus. "We komen vanavond weer" zei mijn moeder zacht. Ze liepen de gang op en Luc treuzelde wat met het aantrekken van zijn jas. Toen de deur dichtviel gaf hij me snel een kus. "Snel beter worden" fluisterde hij in mijn oor. "Ik doe mijn best" zei ik en keek hem even aan. Hij liep langs het bed en streek met zijn hand over mijn voeten. Hij kuste in de lucht en ik kuste de lucht terug. Bij de deur nog een knipoog, en weg was hij. Ogen dicht, even slapen. Ik moet een uurtje of twee geslapen hebben, want de verpleegster maakte me wakker om te vragen of ik zin had in eten. Ik voelde me al een stuk beter. "Ik lust wel wat" zei ik. "Als ik jou was zou ik het wel rustig aan doen, jouw maag is behoorlijk van streek geweest". Ik knikte. "Over een half uurtje kom ik het wel brengen. Gaat het weer een beetje?" Ze legde haar hand op mijn voorhoofd. "Je bent een stuk minder warm dan vanmorgen" zei ze. "Gelukkig maar" zei ik. Ze lachte toen ze naar de deur liep. "Jij wilt zeker zo snel mogelijk naar huis?" Ik lachte terug. "Ik wel". Het eten beviel me goed, en ik hield het nog binnen ook. Dat ging de goede kant op. De arts kwam nog even langs en was tevreden. "Als je zo doorgaat, en de koorts is morgenochtend weg, dan kun je morgen naar huis". Ik glimlachte. "Ik zie je morgenochtend weer" zei hij en gaf me een hand. Hij groette mijn ouders en Luc toen die binnenkwamen en ging de gang weer op. "Je ziet er beter uit dan vanmiddag" zei mijn moeder. "Ik voel me ook een stuk beter" zei ik trots. Mijn vader lachte. Luc keek me vrolijk aan met die glinsterende ogen van hem. We praatten wat over nietszeggende dingen, de sfeer was vrolijk. Als het er zo uit bleef zien, kon ik de volgende dag naar huis. Het werd al snel later, mijn ouders stonden op om te gaan. Luc bleef nog even zitten. "Tot morgen" zei mijn moeder.

"Ik bel wel als je me kunt komen halen" lachte ik. "We zien het wel jongen, doe maar rustig". Mijn vader lachte. "Ik zie je morgen" zei hij en met een 'Tot morgen Luc!' liepen ze de gang op, de kamer uit. Ik keek Luc verbaasd aan. "Ik ben op de fiets" zei hij "net zo handig". Pretoogjes. Hij kwam op de rand van het bed zitten en lachte. Hij zette zijn hand naast me neer en boog voorover. Ik sloeg mijn armen om zijn nek en kuste hem. Zijn lippen opende zich en onze tongen speelden een wild spel met elkaar. Hij zuchtte. "Dit heb ik gemist" zei hij zachtjes. Ik trok zijn mond weer op die van mij. Ik wilde hem nu even niet meer loslaten. Ik had hem ook gemist. Daar was dat gevoel weer in mijn buik, en niet dat misselijke. Een warm gevoel, dat zich uitbreidde over mijn hele lichaam: geluk. Hij aaide door mijn haar en keek me even aan, twinkels in zijn ogen. Ik glimlachte. Ik trok hem wat dichter naar me toe, hij lag nu bijna helemaal op me. Een nieuwe tongzoen. De deur ging open, we schrokken, Luc schoot overeind. Het was dezelfde verpleegster als gisteren. Ze keek even verbaasd. "Sorry, ik kom zo wel terug". En weg was ze weer. We schoten in de lach. "Ik geloof dat het bezoekuur nu echt voorbij is" gniffelde Luc.

"Ik denk het ook. Ik wil nog één kus voor je gaat". Hij kuste me en ik hield zijn mond op die van mij. We verdronken weer in elkaar en wilden niet loslaten. Hij keek me weer aan en ik streelde zijn gezicht. "Denk je aan mij vannacht?" "Wat dacht je" lachte hij. Hij gaf me nog een kus en stond op. Hij trok zijn jas aan en streek nog een keer door mijn haar. "Slaap lekker straks" fluisterde hij vlak voor hij me een kus gaf op mijn voorhoofd. Ik glimlachte. Toen liep hij naar de deur en gaf me nog een knipoog. "Tot morgen, Maarten". Ik kuste de lucht. "Tot morgen, Luc". Nog geen minuut later kwam ze weer binnen. Ze lachte naar me. "Dus hij was het gisteren die belde?" Ik glimlachte. "Wil je wat drinken?" "Ja, lekker". Ze liep even de gang op en kwam terug met een glas thee. Ze zette het naast me neer en ging op de rand van het bed zitten. "Hoe lang hebben jullie al iets met elkaar?" vroeg ze. "Een paar weken" zei ik. "Spannend" zei ze "of niet?" "Best wel, en al helemaal omdat onze ouders nog niets weten". "Hmmm," zei ze "dat kan ik me voorstellen. Maar dat komt toch wel een keer vanzelf?" "Dat denk ik wel" zei ik. "Hoe heet hij?" "Luc" zei ik. Waarom zat ik haar dat allemaal te vertellen?

Ik kende haar eigenlijk maar net. Maar het voelde goed om er even over te praten. "Is hij lief?" vroeg ze. Ik knikte en glimlachte tegelijk. "Als ik straks op de gang loop, en ik hoor de telefoon over gaan, zal ik niet binnenkomen" lachte ze en stond weer op. "Laat de thee niet koud worden." Ze wees naar het glas en lachte. "Ik kom straks nog wel even kijken". Ik lachte terug. Ik keek wat TV en voelde me steeds beter worden. De telefoon ging. "Nog even bellen" zei Luc toen ik opgenomen had. Ik kreeg de groeten van de rest en we zaten nog wat

te praten toen de deur weer openging. De verpleegster keek naar binnen en glimlachte. Ze zwaaide een keer en knipoogde. Ik stak even mijn tong uit en ze was weer weg. "Wat zit je nou te lachen?" vroeg Luc. Ik vertelde hem het verhaal van het gesprekje met haar en dat ze net weer even binnenliep en meteen weer omdraaide. Hij lachte. "Ik moet zo weer ophangen, Maarten, mijn ouders komen thuis zie ik." "Welterusten, Luc". "Beter worden he?" lachte hij. "Tuurlijk" zei ik "kom je gewoon bij mij thuis op bed liggen in plaats van hier". "Daar hou ik je aan. Slaap lekker, Maarten." "Jij ook." Ik hoorde het geluid van een kus en maakte er een terug. "Tot morgen". Hij hing op.

Een paar minuten later kwam ze weer binnen. "Zo, nachtzoentje weer gehad?" plaagde ze. Ik lachte. "Hier" zei ze en gaf me een tabletje en een glas water, "is tegen de koorts". Ik slikte het door en spoelde het weg met het water. Ze ging op een stoel bij me zitten en wou een gesprekje beginnen, maar er klonk een zoemer op de gang. "Ik geloof dat ik ergens anders nog nodig ben" zei ze "welterusten dan maar". "Welterusten" zei ik en ging wat dieper onder de dekens liggen. Ogen dicht, Luc weer voor me. Morgen naar huis, was het laatste wat ik nog dacht. Ik werd vrolijk wakker de volgende ochtend. Ik voelde me goed, niet misselijk. De arts was ook zeer tevreden en vertelde me dat ik naar huis kon. "Maar dan moet je me wel beloven dat je rustig aan doet thuis" lachte hij "en voor je hier weg gaat wil ik even met jouw ouders praten. Bel je zelf naar huis? Vraag maar of ze om half 10 hier willen zijn." Ik belde opgelucht naar huis. Mijn moeder klonk opgelucht en zou er natuurlijk om half 10 zijn. Daarna belde ik Luc. "Met Luc Wagenaar." Hij nam zelf op. "Hoi, met Maarten." "Hé, hoe gaat het nu?"

"Ik wou even zeggen dat je me hier niet meer hoeft te bellen, ik ga er zo vandoor hier." "Mag je naar huis?" vroeg hij enthousiast. "Gaaf, Maarten." Dat klonk een stuk serieuzer. "Ik voel me goed, ik ben blij dat ik weg kan hier." "Gelukkig maar, Maarten, ik vond het maar niks, jij in dat ziekenhuis." Ik lachte. "Mijn moeder komt me om half 10 halen, en dan hebben we nog een gesprek met de arts". "Ik kom vanmiddag wel even naar je toe, kom ik bij je in bed liggen". Hij lachte. "Ik hoop het" lachte ik. "Tot vanmiddag". "Tot vanmiddag, Luc." Dezelfde verpleegster als gisterenmorgen kwam weer binnenlopen. "Gefeliciteerd, jongen, lekker weer naar huis." Ik lachte. "Gelukkig wel." Ze pakte een briefje uit haar zak en gaf het me. "Dit moest ik je geven van de verpleegster die hier gisteren was". Ik keek een beetje verbaasd. Ze draaide zich weer om. "Ik zie je straks nog wel voor je gaat. Lukt het je zelf om jouw kleren aan te trekken, of moet ik zo even helpen?" "Ik probeer het wel" zei ik. "Succes" lachte ze en ging de kamer uit. Ik vouwde het briefje open en keek er naar. Gefeliciteerd, Maarten, ik dacht al wel dat je naar huis mocht gaan. Doe rustig aan en veel geluk met Luc. Doe hem de groeten van mij. Groetjes, Monique. Ik glimlachte. Aardige vrouw. Ik pakte het stapeltje kleren en begon mijn pyjama uit te trekken. Dat viel nog niet mee. Alles was nog steeds behoorlijk stram. Vooral het aantrekken van mijn spijkerbroek was nog een hele klus. Maar het lukte. Ik besloot een wandelingetje te gaan maken over de gang. Ik had er nog niets van gezien eigenlijk. Erg groot was de afdeling niet. Gelukkig maar trouwens, want ik was al snel moe. Dat was snel te merken, twee dagen plat in bed. Ik ging ook weer recht naar mijn kamer terug en ging op bed zitten. Dat viel tegen. De tijd kroop voorbij. Eindelijk, een paar minuten voor half 10 kwam mijn moeder binnen. Ze gaf me een knuffel. "Ik ben blij dat ik je weer mee mag nemen" lachte ze. "Ik ook mam." De arts was wat later. Hij pakte een stoel en gaf mijn moeder een hand. "Hij mag weer mee" zei hij lachend. "Maar u moet goed in de gaten houden dat hij het nog minimaal een week rustig aan doet. Volgende week begint de school weer, neem ik aan?" Hij keek me aan. "Ja, maandag weer" zei ik. "Dat gaat dus voor jou niet door, je blijft nog minstens een week thuis. Ik geef je een brief mee voor de huisarts, daar moet je aan het eind van de volgende week naar toe gaan". Ik knikte. "Heb je nog vragen?" Mijn moeder en ik keken elkaar aan. Nee, die hadden we niet. Hij stond op en stak zijn hand uit. "Dan wens ik je het allerbeste, Maarten." Ik lachte en bedankte hem.

Hij liep mee naar de lift en gaf mijn moeder nog een hand. We liepen het ziekenhuis uit naar de auto. Dat was verder dan ik gedacht had maar het maakte me niets uit. Naar huis! Het was gelukkig weer wat beter weer buiten. Mijn moeder zette de auto thuis voor de deur en ik liep naar binnen. Het voelde goed om weer thuis te zijn. Er lagen wat beterschapkaarten voor mij, waar een hele leuke kaart van Esther en Erik tussen zat. Ik ging op de bank zitten en was moe. Dat viel me nog al tegen, ik was snel moe van alles. Ik had het gevoel dat ik alles weer aankon, nu ik weer naar huis mocht, maar dat was dus duidelijk niet zo. We dronken samen een mok thee, waarbij ze naast me kwam zitten en me de hele tijd knuffelde. Die was dus ook erg blij dat ik weer thuis was. Ik ben daarna naar mijn kamer gegaan en op bed gaan liggen. Even mijn ogen dicht. Een uurtje later maakte ze me wakker. "Er is bezoek voor je." Ze lachte. Luc kwam mijn kamer binnen. Mijn moeder ging weer naar beneden en Luc keek me spottend aan. "Cadeautje" zei hij en haalde zijn hand achter zijn rug vandaan. Ik maakte het open, en schoot in de lach. Een zakje drop, dezelfde die hij bij zich had tijdens de dag in het pretpark. Ik kuste hem. Hij kwam op de rand van mijn bed zitten. "Hoe is het nu?" "Gaat wel" zei ik "ik ben alleen erg moe de hele tijd". "Blijf je toch lekker liggen" lachte hij en ging half over mij heen hangen.

Hij wreef met zijn neus over die van mij en we kusten vurig. Ik sloeg mijn armen om hem heen, hij kwam op mij liggen. Hij streelde door mijn haar. "Ik ben blij dat je weer thuis bent" zuchtte hij. Ik glimlachte en hij ging weer rechtop zitten. Hij pakte een stoel en kwam naast het bed zitten. "Ik heb nog een briefje gehad" zei ik en gaf hem het briefje van de verpleegster. Hij las het en schoot in de lach. "Aardig mens" zei hij. "Ze was heel aardig, je kon er wel mee lachen" grinnikte ik. Mijn moeder kwam de trap weer op lopen. Ze kwam mijn kamer binnen en keek ons aan. "Luc" vroeg ze "ben jij nog even hier?" "Ja hoor, ik denk het wel" zei Luc. "Dan ben ik even weg, ik moet nodig naar de winkel, daar ben ik de afgelopen dagen niet aan toe gekomen, kun jij mooi even op hem letten." Ze lachte. "Is goed hoor" zei Luc en lachte terug. "Ik ben zo weer terug" zei ze en verdween. We hoorden de keukendeur dichtslaan. Hij stond op en kwam weer op de rand van het bed zitten. "Ik ga eens goed voor je zorgen" gniffelde hij en kuste me. "Heb ik ook wel nodig" zei ik met een onschuldige stem en lachte. Ik trok hem verder naar me toe en hij kwam naast me liggen. Onze tongen vonden elkaar al snel en we waren niet meer te houden. Zijn hand gleed onder mijn T-shirt en ik voelde al snel een paar nagels zachtjes krassen. Ik kreunde. Ik graaide door zijn haar en wilde hem niet meer loslaten.

Eindelijk, weer even alleen samen. Ik trok zijn shirt uit................




LOGIN om de rest van het verhaal te lezen...........







LOGIN



Bescherm jezelf en andere ALTIJD tegen SOA's en HIV. Gebruik een goedgekeurd condoom en voldoende glijmiddel! VRIJ VEILIG, dan kun je er nog lang van genieten.



Deze foto's komen uit de fotoserie Young_With_Older5 - klik op de foto's voor meer geile foto's uit deze serie!







Geef een cijfer en je kunt de volgende keer direct zien of je dit verhaal al gelezen hebt!

CIJFER: 9.2

Stem op Luc deel 4/7:


Kijk voor meer verhalen van Geil-gozertje bovenaan aan de rechter kant >>>>>>
Of klik hier om op schrijver Geil-gozertje te zoeken


Reeks delen: -Luc deel-

12-06 Luc deel 1/7 (9.2)
12-06 Luc deel 2/7 (9.0)
14-06 Luc deel 3/7 (8.8)
19-06 Luc deel 4/7 (9.2)
20-06 Luc deel 5/7 (9.5)
20-06 Luc deel 6/7 (9.4)
20-06 Luc deel 7/7 Slot (9.1)



URL van dit verhaal: http://dlv869.digigop.nl - mail deze link naar een vriend





3 reacties 2977 bekeken cijfer: 9.2(23)


Jouw Reactie
LOGIN als je een reactie wilt plaatsen

30-1-2015 21:27 Deel 4 is niet te lezen, het moet nog gekeurd worden door een operator

20-6-2007 11:37 mooi verhaal maar je moet niet te lang wachten op het vervolg. want tussen deel 3 en 4 zat een te gropot gat is van wachten

geen foto geplaatst ==========
19-6-2007 20:16 niet te lang wachten met het vervolg van deze serie zit vol ongeduld op het vervolg te wachten hoe her verder met die twee gaat goed verhaal man


Meer verhalen van
::: digiGOP.nl :::
Laatste Reacties

login om alle 9827 reacties te lezen...

::: digiGOP.nl :::
digiGOP CAMCHAT
verwijder reclame


© digiGOP.nl 2002 - 2024 | Adverteren | Disclaimer | Help | Contact/Helpdesk | Mobiele versie